Palliatieve sedatie is het ‘opzettelijk verlagen van het bewustzijn van de patiënt in de laatste levensfase’. Dat houdt in dat patiënten die nog hooguit twee weken te leven hebben, in diepe slaap gebracht worden en geen vocht krijgen. Palliatieve sedatie is dus wat anders dan euthanasie.
Zie ook de folder door hier te klikken op Palliatieve sedatie
Wanneer wordt palliatieve sedatie toegepast?
Palliatieve sedatie wordt toegepast bij patiënten waarvoor geen behandeling meer mogelijk is. Het doel van palliatieve sedatie is om, bij het bestaan van één of meer onbehandelbare ziekteverschijnselen, ondraaglijk lijden te verlichten. Daarnaast is het een voorwaarde dat het overlijden van de patiënt op redelijk korte termijn (binnen één of twee weken) wordt verwacht. In die gevallen kan de arts starten met een diepe sedatie waarbij geen vocht wordt toegediend.
Hoe wordt palliatieve sedatie toegepast?
Bij palliatieve sedatie krijgt de patiënt medicatie via een onder de huid ingebracht naaldje toegediend. De medicijnen worden door middel van een pompje via een slangetje en het naaldje toegediend, waarbij er een continue dosis in de tijd wordt afgegeven. De arts volgt hierbij een landelijk opgesteld protocol. De patient wordt via verlaging van het bewustzijn dus min of meer in slaap gebracht. Bij onvoldoende daling van het bewustzijn, kan de arts de dosis van het medicijn aanpassen of eventueel een ander medicijn via het pompje laten toedienen. Bij palliatieve sedatie wordt een technisch team (onderdeel van het Groene Kruis) ingeschakeld. Deze zijn gespecialiseerd in het aanleggen en bedienen van de pomp. Ook geven zij instructies aan de familie en andere mantelzorgers omtrent de werking en de bediening van de pomp. De omgeving moet goed op de hoogte zijn van het feit dat, bij het starten van de palliatieve sedatie, de patient toch nog vaker wakker kan worden omdat de startdosis mogelijk voor die patient aan de lage kant kan zijn. Het kan dus voorkomen dat de patient pas in een diepe slaap komt, nadat enkele malen de dosis is verhoogd. Het kort bij bewustzijn komen van de patient moet dan ook niet gezien worden als een onverwacht en dan soms onbegrepen fenomeen.
Regelgeving
In tegenstelling tot euthanasie is palliatieve sedatie een normale medische handeling. Het uitgangspunt van palliatieve sedatie is het verlichten van lijden en niet het beëindigen van iemands leven. Om die reden geldt de normale regelgeving. Een arts hoeft palliatieve sedatie dus niet te melden of te laten toetsen; consultatie is niet nodig.
Euthanasie is actieve levensbeëindiging op verzoek van de patiënt, bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Aangezien dit buiten de normale regelgeving valt, is er aparte wetgeving voor gemaakt.
Richtlijn voor artsen
Een verzoek om palliatieve sedatie kan komen van de patiënt zelf, van zijn/haar naaste familie en/of van betrokken hulpverleners. De behandelend arts weegt zorgvuldig af of de patiënt in aanmerking komt. Hierbij vindt overleg plaats met de patiënt en eventuele andere betrokkenen, zoals hulpverleners. Is een patiënt wilsonbekwaam, dan vindt overleg plaats met een vertegenwoordiger van de patiënt. De Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) geeft aan wie daarvoor in aanmerking komen. Als de patiënt in aanmerking komt voor palliatieve sedatie, kan de arts het verzoek uitvoeren.